De veelvuldige plaatsing van aanplakborden heeft een storend effect en biedt een onesthetisch uitzicht in het straatbeeld.
De financiële toestand van de gemeente.
De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170, §4.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 tot en met 287 en 326 tot en met 335.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit.
Het agendapunt wordt aangenomen met 24 stemmen voor (cd&v Tessenderlo-Ham: Aegten H., Bertels H., Bosmans P., Govaerts S., Heselmans M., Lodts T., Raeymaekers P., Sanen N., Van Sweevelt P., Verboven E., Vooruit: Brusseleers K., Cukur A., Eens K., Gielen J., Nobels B., Pollet L., Steurs G., Vermeyen K., N-VA: Carmans R., Kortleven I., Vander Meer L., VLAAMS BELANG: Godecharle L., Keuten D., Vervaeren L.) en 2 stemmen tegen (Open Vld: Engelen S., Vandezande R.).
voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een gemeentebelasting vast te stellen op de aanplakborden geplaatst op het grondgebied van de gemeente Tessenderlo-Ham langs de openbare weg of op een plaats zichtbaar van op de openbare weg, ongeacht het feit of ze al dan niet reglementair geplaatst zijn. Ook verplaatsbare aanplakborden vallen onder dit reglement.
Onder de aanplakborden wordt verstaan elke constructie in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in open lucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel. Worden gelijkgesteld met genoemde borden: de muren of gedeelten van muren en de omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen. Voor de muren waarop reclame wordt aangebracht, moet de bedekte totale oppervlakte beschouwd worden als één reclamebord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen;
het tarief van de belasting jaarlijks te indexeren op basis van de consumptieprijsindex volgens volgende formule:
Tarief aanslagjaar X= (tarief aanslagjaar 2026 x index november jaar X-1) / basisindex november 2025
waarbij X staat voor het betreffende aanslagjaar vanaf 2027.
Het geïndexeerde bedrag van de belasting wordt afgerond als volgt:
- bedragen die eindigen op 1, 2, 3 of 4 eurocent worden afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent.
- bedragen die eindigen op 5, 6, 7, 8 of 9 eurocenten worden afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent;
de belasting verschuldigd te maken door de natuurlijke of rechtspersoon die het recht heeft gebruik te maken van het aanplakbord en, in bijkomende orde, als de gebruiker onbekend is, de eigenaar van de grond of van de muur waarop het aanplakbord zich bevindt;
de belasting verschuldigd te maken voor het hele jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het jaar waarop het bord wordt geplaatst, in gebruik wordt genomen of wordt weggenomen, met uitzondering van hetgeen bepaald wordt in artikel 5 c van dit reglement.
De verwijdering, ook ambtshalve, van het aanplakbord tijdens het aanslagjaar geeft geen recht op terugbetaling van de belasting;
van deze belasting vrij te stellen:
a. de aanplakborden, dienstig voor het maken van reclame voor de handelszaak, die geplaatst zijn op terreinen die behoren bij het handelshuis en er rechtstreeks toegang toe geven;
b. de aanplakborden die de private parking van een zaak aangeven onder de dubbele voorwaarde dat:
1. de parking gelegen is op een perceel aangrenzend aan het perceel waarop de zaak gevestigd is. Als aangrenzend worden eveneens beschouwd: twee percelen die door een weg gescheiden zijn;
2. het bord een maximum oppervlakte heeft van 2 m², de letter "P" of het woord "Parking" inbegrepen;
c. de aanplakborden, die opgericht worden na 1 december van het jaar waarop de belasting staat;
d. de aanplakborden geplaatst door openbare besturen of openbare diensten voor zover geen winst beoogd wordt;
e. de aanplakborden die enkel en alleen gebruikt worden tijdens de wettelijke verkiezingen;
f. de aanplakborden die enkel en alleen gebruikt worden voor notariële aankondigingen;
g. de aanplakborden, alhoewel zichtbaar van op de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats van de sportbeoefening;
de kohieren vast te stellen en uitvoerbaar te verklaren ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen;
een aangifteplicht in te voeren:
In hoofde van de belastingplichtige, overeenkomstig artikel 3 van dit belastingreglement, is er een aangifteverplichting.
De belastingplichtige dient de toestand op te geven per 1 januari van het aanslagjaar.
Aan de belastingplichtigen worden de nodige aangifteformulieren verzonden. Zij zijn ertoe gehouden de belastbare aanplakborden aan te geven voor 31 december van het aanslagjaar.
Het aangifteformulier moet de aanplakborden nauwkeurig lokaliseren door opgave van het adres.
De belastingplichtige die, na inzameling van de aangiften door het gemeentebestuur, belastingplichtig wordt of die het oorspronkelijk opgegeven aantal belastingobjecten vermeerdert of de oppervlakte van deze objecten vergroot, is verplicht uit eigen beweging hiervan binnen de 30 dagen aangifte te doen bij het gemeentebestuur. Deze bepaling geldt eveneens voor verplaatsbare aanplakborden.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier zou ontvangen hebben, is verplicht er één aan te vragen voor 1 december van het aanslagjaar;
een ambtshalve inkohiering in te voeren:
Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige, onnauwkeurige of laattijdige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve inkohiering van belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De belasting mag niet worden gevestigd voor die termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de provinciale of gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijnen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van 3 jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar.
Deze termijn wordt met 2 jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. De ambtshalve ingekohierde belasting kan verhoogd worden met 25 % bij een eerste inbreuk, met 50% bij een tweede inbreuk, met 75% bij de derde inbreuk en met 100% bij alle volgende inbreuken.
Deze verhoging wordt ingekohierd;
de overtredingen op dit reglement vast te laten stellen door beëdigde ambtenaren, die aangesteld worden door het college van burgemeester en schepenen. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel;
de belasting te laten betalen binnen de twee maanden na toezending van het aanslagbiljet;
bij laattijdige betaling de regels toe te passen betreffende de nalatigheidintresten inzake rijksinkomstenbelastingen, overeenkomstig artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008;
bij weigering om mee te werken aan een fiscale controle of weigering om boeken of bescheiden voor te leggen een administratieve boete van 250,00 euro op te leggen;
de mogelijkheid te geven bezwaren tegen deze belasting in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. De hoorzitting moet niet meer verplicht voor elk bezwaar worden georganiseerd, maar enkel indien de belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) er uitdrukkelijk om gevraagd heeft bij het indienen van zijn bezwaar;
de gemeente een beknopte samenvatting van het belastingreglement toe te laten voegen als bijlage bij het aanslagbiljet;
het belastingreglement bekend te maken, overeenkomstig artikel 286§1,1° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, op de webtoepassing van de gemeente, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd en de toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking;
het belastingreglement in werking te laten treden op 01 januari 2026.