Op de zitting van de GR van 20 december 2023 werd het tarief voor belasting op tweede verblijven reeds in overeenstemming gebracht tussen de twee fusiegemeenten.
Momenteel is er echter nog een groot verschil met het belastingtarief voor leegstand, waardoor sommige belastingplichtigen wisselen van belasting op leegstand naar belasting op tweede verblijven aangezien dit voordeliger is.
Er werd, samen met IGS Wonen, een nieuw belastingreglement uitgewerkt voor tweede verblijven.
Er wordt geopteerd om een gedifferentieerd tarief in te voeren, afhankelijk van de zone waarin de constructie gelegen is. Het is immers de bedoeling dat de tweede verblijven zo veel mogelijk gelokaliseerd zijn binnen de gebieden die hiervoor bestemd zijn, zoals recreatiegebied. Gebieden zoals woonzone, industriezone en agrarische en kwetsbare gebieden zijn gebieden waarin tweede verblijven enerzijds afgeraden dienen te worden, en anderzijds beschikken de tweede verblijven hier vaak over beter uitgeruste infrastructuur, zoals bijvoorbeeld beter uitgeruste wegen. Om deze reden is een differentiatie van het tarief dan ook objectief.
Verplaatsbare caravans die langer dan 4 maanden opgesteld blijven, worden beschouwd als tweede verblijf.
met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 onder de navolgende voorwaarden een jaarlijkse gemeentebelasting te vestigen op de tweede verblijven gelegen op het grondgebied van de gemeente;
de belasting verschuldigd te maken door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het belastingjaar.
In geval van mede-eigendom, is iedere mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn/haar deel.
In geval er meerdere eigenaars zijn, zijn deze hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot de betaling van de gemeentelijke belasting;
het belastingtarief vast te stellen op:
- in woongebied, industriegebied, agrarisch gebied en ruimtelijk kwetsbaar gebied, zoals bepaald in de VCRO: € 1.200,00.
- in alle andere gebieden: € 520,00;
de retributie wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex volgens volgende formule:
Tarief aanslagjaar X= (tarief aanslagjaar 2026 x index november jaar X-1) / basisindex november 2025
waarbij X staat voor het betreffende aanslagjaar vanaf 2027.
Het geïndexeerde bedrag van de retributie wordt afgerond als volgt:
- bedragen die eindigen op 1, 2, 3 of 4 eurocent worden afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent.
- bedragen die eindigen op 5, 6, 7, 8 of 9 eurocenten worden afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent;
de eigendomstoestand op 1 januari van het aanslagjaar bepalend te maken voor de belastingschuld.
De belasting is ondeelbaar en voor het ganse belastingjaar verschuldigd door de eigenaar;
De belastingplichtige die, na 1 januari van het aanslagjaar, belastingplichtig wordt, is verplicht uit eigen beweging hiervan binnen de 30 kalenderdagen na ingebruikname aangifte te doen bij het gemeentebestuur.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier zou ontvangen hebben, is verplicht er één aan te vragen voor 1 december van het aanslagjaar.
De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien hij voor het vorig aanslagjaar werd aangeslagen en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.
De belastingplichtigen moeten onverwijld aangetekend of tegen ontvangstbewijs de eigendomsoverdracht of een wijziging in belastbare toestand van een bestaand tweede verblijf aan het gemeentebestuur meedelen, en dit ten laatste 30 kalenderdagen na de eigendomsoverdracht of wijziging in de belastbare toestand van het tweede verblijf;
bij gebreke van een aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, de mogelijkheid te bieden de belasting ambtshalve in te kohieren volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de 3de werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De belasting mag niet worden gevestigd voor die termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de provinciale of gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijnen;
de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag slechts geldig te kunnen inkohieren gedurende een periode van 3 jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar.
Deze termijn wordt met 2 jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
De ambtshalve ingekohierde belasting kan verhoogd worden met 25 % bij een eerste inbreuk, met 50% bij een tweede inbreuk, met 75% bij de derde inbreuk en met 100% bij alle volgende inbreuken.
Deze verhoging wordt ingekohierd;
de belasting in te vorderen bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen;
de belasting te laten betalen binnen 2 maanden na verzending van het aanslagbiljet.
bij laattijdige betaling de regels toe te passen betreffende de nalatigheidintresten inzake rijksinkomstenbelastingen, overeenkomstig artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008.
De kostprijs van een aangetekende zending (tweede aanmaning) bedraagt € 20,00;
de gemeente een beknopte samenvatting van het belastingreglement te laten toevoegen als bijlage bij het aanslagbiljet;
§1. de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger de mogelijkheid te geven bezwaar in te dienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
De indiening kan gebeuren per post t.a.v. financiële dienst, Dorpsstraat 19, 3945 Tessenderlo-Ham of via email te sturen naar fd@tessenderlo-ham.be
Van het bezwaarschrift wordt binnen vijftien dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.
§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere aanvullingen en wijzigingen;
het belastingreglement te laten bekend maken, overeenkomstig artikel 286 §1,1° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, op de web-toepassing van de gemeente, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de web-toepassing bekendgemaakt werd en de toezichthoudende overheid op de hoogte te brengen van deze bekendmaking;
het belastingreglement in werking te laten treden overeenkomstig de vigerende wetgeving;
dit reglement alle vorige reglementen te laten opheffen met betrekking tot een directe belasting op tweede verblijven;